Het grote afzeggen.
Graag en veel ging ik altijd uit. Wat dat betreft heb ik ook meer dan mijn deel gehad.Uit eten, alle keukens ter wereld genuttigd met en in alle mogelijke vriendensamenstellingen.
Naar balletvoorstellingen en vooral naar veel, héél veel concerten.
Mijn laatste concert was dat van Ernst Jansz in de OBA. Intiem theater, voorste rij, vlak bij de deur. Helemaal goed dus, Ernst, concert en zitplaats.
Nog heb ik de neiging om meteen: "Oh ja leuk" op de bestelknop te drukken als ik een leuk concert zie. Als dan de bewuste dag aanbreekt waarop het concert zal plaatsvinden, voel ik me altijd rot. Moe. Nerveus. Not up to it. Zeker als het niet gelukt is een hoekplaats te bemachtigen. Dan voel ik de paniek al prematuur opborrelen: wat als ik eruit moet en midden in een rij zit. Hoe kan ik ontsnappen? Of opstaan als ik niet kan blijven zitten? Sommige concerten -als ze niet zo boeiend waren, werden om deze redenen een halve hel. Dát doe ik niet meer.
Nu neem ik mijn toevlucht tot Oxazepam, gekregen van de arts om paniekaanvallen tijdens het vliegen te bestrijden. Die helpen wel enigszins. Ik neem er ook een als ik naar de mondhygiëniste moet sinds ik een jaar geleden ook daar een paniekaanval kreeg door claustrofobie. Tot bijna flauwvallen toe. De pammetjes herstellen voor korte tijd het zwaar geschonden zelfvertrouwen, spreken voor even het wantrouwen jegens je eigen onbetrouwbaar geworden lijf tegen; ze helpen de onrust in te dammen en geven een gevoel van veiligheid, maar men moet er niet te vaak van innemen, want verslavend.
Nu denk ik: als ik nog een concert bespreek moet ik de dagen eromheen rust houden. Maar dingen hebben de neiging zich samen te klonteren. Dat lukt nooit.
Februari 2019
Comments
Post a Comment